Column in het Reformatorisch Dagblad van zaterdag 29 november 2025
Een goed kerstverhaal schrijven is hondsmoeilijk. Elk jaar hoop ik maar dat niemand me daarvoor vraagt. Alleen al omdat zo’n vraag steevast voor de zomer komt, en ik achter de ventilator geen kerstverhaal schrijven kan.
En verder: wat maakt iets tot een kerstverhaal? Sneeuw, wolven, nachtelijke avonturen? Eenzame mensen, diners met onverwachte gasten? De meeste kerstverhalen zijn gewoon winterverhalen met wat (naasten)liefde erin. Doe jij het dan beter, zegt mijn lege scherm. Een stevige Bijbelse boodschap erin, dat zal helpen. Maar ook van dat soort verhalen word ik doorgaans niet blij. Vaak gaat het me allemaal te snel – van het donker naar het Licht, van diepe ellende naar Ere zij God.
Advent is niet goedkoop. Het is wachten in het donker, op wat nog niet te zien is. Het gaat tegen alle menselijke logica in. We willen allemaal de troost van lichtjes in het donker. Iets zien, iets voelen, iets ervaren wat ons hoop geeft. Mensen uit de wereld ja, maar mensen uit de kerk net zo goed.
Er was eens een kind van God, dat altijd veel vertellen kon. Hoe God Zich liet zien in haar leven, wat ze aan de preken had, wat ze meemaakte tijdens het Heilig Avondmaal. En toen ebde dat in korte tijd allemaal weg. Sneeuw voor de zon. Grauwe blubber. De dominee ging met een ouderling bij haar op huisbezoek – ze kwamen er graag. Maar ze deed nijdig. Ze ontving niets meer. Ze dacht dat het aan de dominee en zijn preken lag, dus daar raasde ze een poosje over. De mannen zeiden niet veel. Na afloop lichtte de dominee zijn hoed. In de auto keek hij zijn broeder vergenoegd aan: „Mooi bezoek hè?” Die keek verbaasd opzij. De dominee had lichtjes in zijn ogen.
Nee, ik was die vrouw niet. Maar ik had het kunnen zijn. En ik ben vast niet de enige die er iets in herkent. Wachten in het donker moet niet te lang duren. Anders worden we wanhopig, depressief, gaan we om ons heen klauwen. Ja, ook kinderen van God. Je kunt alle (geestelijke) gevoel verliezen. Schier atheïst in het diepst van je gedachten worden. Dan dooft de hoop. Waarom zou God nog iets geven aan iemand die Hem verdenkt? Die zelfs geen verlangen meer naar Hem voelt?
Omdat Jezus komt waar Hij niet welkom is. Hij heeft onze gevoelens en aandoeninkjes niet nodig. Ze staan Hem eerder in de weg. Dus als ze opgeruimd worden, is Hij Zelf in aantocht. Ik denk dat die uitgefoeterde dominee dat zag. Een licht zo groot, zo schoon dat hij zichzelf vergat.
Dit viel me op een hete zomerdag toe – het beste kerstverhaal ooit. Mét lichtjes.




